Om die vragen te beantwoorden, heb je meer nodig dan een goed voornemen — je hebt betrouwbare data en slimme tools nodig die ruimtelijk beleid kunnen sturen. De 3-30-300-regel biedt een helder kader, en met de juiste geodata vertaal je dat kader in concrete inzichten die het verschil maken op het terrein.

Wat is nu die 3-30-300-regel?

De Nederlandse onderzoeker Cecil Konijnendijk formuleerde de 3-30-300-regel als richtlijn voor gezondere en groenere steden:

• 3 bomen zichtbaar vanuit elke woning
• Minimum 30% groenbedekking in de buurt
• Maximum 300 meter afstand tot openbaar groen, zoals een park

In Vlaanderen telt niet enkel de boomkroonbedekking mee, maar alle soorten groen, waarbij laag groen (zoals gras of struiken) voor de helft.

Deze regel helpt steden en gemeenten om gericht te vergroenen — op plekken waar het echt nodig is.

Hoe leg je de 3-30-300 puzzel?

Het berekenen van de 3-30-300 regel voor elke woning is geen eenvoudige klus. Je hebt betrouwbare gegevens nodig over bomen, gebouwen, percelen en landbedekking. Veel lokale besturen beschikken maar over een deel van die data — bijvoorbeeld enkel over bomen op het openbaar domein.

GIM combineert alle puzzelstukken in één model. Met behulp van LiDAR-data bepalen we de exacte locatie van bomen, ook op privédomeinen. Samen met datasets van woningen en percelen uit Belmap bieden we een volledig datamodel waarmee de 3-30-300-regel voor elk perceel in Vlaanderen kan worden berekend.

Het GIM-bomenregister: een volledig beeld van het Belgische bomenbestand

Een cruciale bouwsteen in deze aanpak is het bomenregister — een unieke dataset met een volledige inventaris van bomen voor heel België.
Op basis van geavanceerde LiDAR-analyse en AI-beeldherkenning brengt deze inventaris de exacte locatie en eigenschappen van elke boom in beeld,

Deze inventaris biedt overheden, planners en organisaties:

• Een actueel, uniform overzicht van het Belgische bomenbestand.
• Inzicht in groenstructuren op zowel publiek als privaat terrein.
• Een solide basis voor beleidsplanning, monitoring en rapportering.

Het bomenregister is een essentieel ingrediënt van de 3-30-300-oplossing en een krachtige databron voor bredere toepassingen in milieu-, klimaat- en ruimtelijke analyses.

Afbeelding: een visuele weergave van het bomenregister in stedelijk gebied

FME als motor

Onder de motorkap van de 3-30-300 kaart zit het data-integratieplatform FME. Met FME kan je verschillende datasets makkelijk combineren, berekeningen automatiseren en de resultaten visueel weergeven.

Zo kun je:

• Berekenen hoeveel bomen zichtbaar zijn vanuit elk gebouw.
• Bepalen of een buurt de drempel van 30% groenbedekking haalt.
• Nagaan of woningen binnen een straal van 300 meter van openbaar groen liggen.

Het resultaat is een overzichtelijke kaart die in één oogopslag toont in welke mate een buurt voldoet aan de 3-30-300-normen.

Wat levert dat nu op ?

Door deze inzichten te integreren in ruimtelijke planning krijgen ontwerpers en lokale besturen een krachtig instrument in handen voor:

• Gerichte actie: breng in kaart waar vergroening de grootste impact heeft.
• Quick wins: identificeer kleine ingrepen met groot effect.
• Monitoring: volg de vooruitgang in de tijd en evalueer beleidsmaatregelen.
• Heldere  communicatie met de burger: motiveer je beslissingen en toon de impact

Met de juiste data en tools kunnen lokale besturen gericht investeren in groen dat écht het verschil maakt — voor het klimaat én voor hun inwoners.

Klaar om werk te maken van meetbaar groen?

Contacteer ons nu en ontdek hoe GIM jouw gemeente kan ondersteunen met data en oplossingen voor slim ruimtelijk beleid en meer groen in de stad.